Media en journalisten dienen te allen tijde zorgvuldig te handelen. Dit houdt in het toepassen van hoor en wederhoor en het voorkomen van onnodige schendingen van de privacy. Daarnaast dient er waarheidsgetrouw te worden gepubliceerd en mag in beginsel geen sprake zijn van tendentieuze berichtgeving. Tenslotte dienen media en journalisten terughoudend om te gaan met het toepassen van privacy-schendende methoden, zoals bijvoorbeeld in het geheim filmen en geluidsopnamen maken. Deze beginselen vinden hun verankering in de Nederlandse wet en in het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Wanneer iemand meent dat sprake is van onzorgvuldige journalistiek en/of een schending van de privacy kan hij of zij de zaak voorleggen aan de civiele rechter.
Procederen in Nederland is echter niet eenvoudig en de procedures duren over het algemeen lang. De griffierechten zijn relatief hoog en er is een flink procesrisico. In gevallen van privacy schending betreft het vaak een kleine particulier tegen een groot mediabedrijf zoals een televisiezender of een landelijke krant. Deze mediabedrijven maken gebruik van gespecialiseerde advocaten welke doorgaans een flink uurtarief hanteren. Dit alles schrikt de particulier vaak af met als gevolg dat de vermeende privacy schending uiteindelijk toch niet wordt voorgelegd aan de onafhankelijke rechter.
Maar gelukkig is daar de Raad voor de Journalistiek. Een onafhankelijk instantie van zelfregulering voor de media. De Raad beoordeelt op verzoek van belanghebbenden of sprake is geweest van journalistiek zorgvuldig handelen. Hierbij hanteert de Raad een leidraad, welke alle beginselen en uitgangspunten bevat zoals verankerd in de wet en in het EVRM. Procederen bij de Raad is relatief eenvoudig, relatief vormvrij en er worden geen griffiekosten in rekening gebracht. De Raad is een orgaan met gezag die het de particulier mogelijk maakt laagdrempelig een gedegen en gewogen oordeel te verkrijgen over het handelen van een medium. Er is echter één grote maar: aangezien hier sprake is van zelfregulering bestaat de Raad bij de gratie van de bereidheid van de diverse media hun medewerking te verlenen aan het optreden van de Raad, als ook hun bereidheid de conclusies van de Raad te accepteren en te publiceren.
Namens mijn cliënten procedeer ik geregeld bij de Raad, zeker nu dit vaak de enige feitelijke mogelijkheid is die ze hebben. Helaas ben ik recent twee keer geconfronteerd met een ondermijning van het gezag van de Raad door gezaghebbende media in Nederland. Het betreft het programma Tros Opgelicht en de Twentse Courant Tubantia.
In het laatste geval trad ik op namens een moeder over wiens minderjarige zoon een groot artikel was verschenen in de Tubantia. Gelet op de belangen van haar zoon wenste de moeder niet mee te werken aan de totstandkoming van het artikel. Het artikel kwam er uiteindelijk toch en in dat artikel werden vergaande en krenkende uitspraken gedaan over moeder, haar partner en de relatie met haar zoon. Dit alles op basis van eenzijdige informatie van de ex-partner van de moeder, met wie zij op diverse terreinen in conflict was. Het bezwaar van moeder was dat zij voor publicatie niet in de gelegenheid was gesteld te reageren op de inhoud van het artikel. Wederhoor dus. De krant nam echter als uitgangspunt dat geen sprake kon zijn van een recht op hoor en wederhoor omdat moeder niet mee wilde werken aan de totstandkoming van het artikel. Niet meewerken? Akkoord, maar dan ook geen recht op een reactie. De Raad heeft uiteindelijk geoordeeld dat dit uitgangspunt onder deze omstandigheden journalistiek onzorgvuldig was en dat de klacht op dit onderdeel gegrond moest worden verklaard.
De afspraak tussen de media en de Raad is dat uitspraken van de Raad (conclusies genoemd) door het medium integraal of in samenvatting worden gepubliceerd. De Tubantia weigert dit tot op heden echter pertinent en voert hiertoe dezelfde argumenten aan welke door de Raad al terzijde zijn geschoven. Een herhaling van zetten dus. De Tubantia is het niet eens met de uitspraak en is dus ongehoorzaam. Deze kinderachtige manier van omgaan met een tegenvaller ondermijnt wat mij betreft het gezag van de Raad en dat is voor de rechtzoekende particulier een zeer slechte zaak.
Tros Opgelicht is een programma dat oplichters en ander gespuis ontmaskert en te kijk zet voor het Nederlandse publiek. Enerzijds komen ze hiermee op voor de belangen van de klagers die zich wenden tot de redactie, anderzijds is het goed te beseffen dat Tros Opgelicht gewoon een amusementsprogramma is dat het ook moet hebben van kijkcijfers. Dit betekent dat de smeuïgheid van de klacht of de oplichter tegen wie de klacht zich richt een belangrijk onderdeel is van de vraag of hier door het programma aandacht aan zal worden besteed.
“Wat doe je als programmamaker als het verhaal toch twee kanten blijkt te hebben?”
Je zit als programmamaker dan echt niet altijd te wachten op nuance. Wanneer je al maanden bezig bent met een ontmaskering is het natuurlijk een beetje zonde als het verhaal uiteindelijk twee kanten blijkt te hebben en de soep niet zo heet wordt gegeten. Dit zorgt er naar mijn ervaring voor dat bij dit soort programma’s niet altijd sprake is van waarheidsgetrouwe publicaties en dat het geregeld tendentieuze berichtgeving betreft. Het resultaat kan zijn dat een persoon ten onrechte publiekelijk kapot wordt gemaakt met alle gevolgen van dien. Denk hierbij aan ernstige bedreigingen en cyberpesten.
Programma’s als Tros Opgelicht maken ook niet zelden gebruik van journalistieke methodes die ernstige inbreuken maken op de privacy, zoals heimelijk filmen in de privé woning. Allemaal zaken die je als particulier graag wilt voorleggen aan de Raad voor de Journalistiek. Helaas werkt Tros Opgelicht echter niet mee aan de Raad. Ik vermoed vanwege het feit zij in het verleden te pas en te onpas bij de Raad moesten verschijnen in verband met hun eigen journalistieke uitgangspunten en methodes.
Ik vind het een slechte zaak dat dit soort programma’s vrij spel krijgen wetende dat er weinig particulieren zijn die daadwerkelijk de gang naar de rechter durven te maken. Ik denk echter dat een gang naar de rechter onvermijdelijk is en ik hoop daarbij dat de civiele rechter net zo serieus en afgewogen naar het handelen van dit soort media wil kijken als de Raad gewend is te doen. Op dit moment loopt er namens een cliënt van mij een procedure tegen Kassa Belbus. Een procedure tegen Tros Opgelicht wordt voorbereid. En ik beloof u dat ik hier naar eer en geweten verslag zal doen van deze zaken, ook als de uitkomst uiteindelijk tegenvalt. Daar moet je niet kinderachtig over doen.
Mr. Floris Holthuis is een ervaren mediarecht advocaat en staat geregeld particulieren bij in geschillen met media en journalisten. Heeft u vragen of wilt u een eigen zaak aan hem voorleggen? Laat het gerust weten via het getoonde reactieformulier of bel 070 347 01 11.