Discriminatie bij berekening WIA-uitkering ongerechtvaardigd
Op 30 juli 2024 heeft de meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een zaak waarin namens cliënt is betoogd dat een bepaling in het dagloonbesluit in de berekening van zijn WIA-uitkering discriminerend is.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het verschil in de berekening tussen het dagloon van WIA-gerechtigden en WW-gerechtigden in strijd is met het verbod van discriminatie ingevolge artikel 14 van het Europees Verdrag ter Bescherming van de Rechten van de Mens en artikel 1 van het Twaalfde Protocol bij dit Verdrag.
Cliënt wordt gevolgd in het betoog dat er sprake is van vergelijkbare gevallen die anders worden behandeld en dat het verschil in behandeling is terug te voeren op ziekte en arbeidsongeschiktheid. Dit levert een verboden discriminatie op vanwege handicap. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft hier geen rechtvaardiging voor kunnen geven.
De Centrale Raad van Beroep achtte daarbij van belang dat het verschil in behandeling al geruime tijd bekend is, maar geen zicht is op een oplossing hiervoor vanuit de wetgever.
Wat betekent dit concreet in deze zaak?
Het UWV zal opnieuw het dagloon moeten gaan berekenen en hierbij wel rekening moeten houden met de loonloze periodes, net zoals dat ook gedaan wordt in de WW.
Nolet Advocaten is blij met de uitkomst van deze procedure en hoopt dat de uitspraak ook voor andere burgers in een soortgelijke situatie van belang zal zijn.
Benieuwd wat deze uitspraak voor u betekent?
Ons team staat klaar om al uw vragen te beantwoorden!
