Op 9 juni 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam weer een bouwsteentje toegevoegd aan de rechtspraak voor minderjarigen die vanwege genderdysforie hun voornaam willen wijzigen. In dit geval ging het om een minderjarige die nog net geen 12 jaar oud was.
Tijdens de zitting kwam naar voren dat de minderjarige al van heel jonge leeftijd en consequent aangeeft dat ze een meisje wil zijn. Op achtjarige leeftijd is bij haar de diagnose genderdysforie gesteld.
Vanwege haar jonge leeftijd is een geslachtsverandering (nog) niet aan de orde. Wel heeft de minderjarige in overleg met haar ouders besloten op een bepaald moment een meisjesnaam aan te nemen voor gebruik in haar dagelijks leven. Een naam die zij heeft gekozen en waarmee ze zich identificeert.
Die meisjesnaam gebruikt ze inmiddels al enige jaren en heeft haar wat rust gebracht in haar worsteling met haar identiteit. Bij haar school en alle instanties staat ze echter nog steeds met haar jongensnaam geregistreerd.
Dat is elke keer dat zij bij de verkeerde naam wordt aangesproken confronterend en zorgt voor psychisch lijden.

Tijdens de zitting gaf de rechter tussentijds aan dat een geslachtsverandering niet (meer) nodig is om een voornaamswijziging toe te wijzen en dat het verzoek tot voornaamswijziging als een op zichzelf staand verzoek zal worden beoordeeld.
Het is dus niet nodig om een geslachtsverandering te ondergaan om de voornaam te laten wijzigen. Deze twee zaken werden voorheen gekoppeld zodat sprake is van een belangrijke koerswijziging.
Daarbij komt nog dat van een minderjarige op deze jonge leeftijd niet wordt verwacht dat zij al definitief heeft besloten om een meisje te willen zijn en dat de verkennings- en diagnosefase naar haar genderdysforie volledig is afgerond.
Vanwege psychisch lijden op dit moment, dat al gedurende jaren voortduurt, kan een minderjarige voldoende belang hebben bij een naamswijziging.
De Raad voor de Kinderbescherming liet weten als organisatie met de tijd en de ontwikkelingen in de maatschappij mee te gaan, ook vanwege de lijdensdruk die een kind heeft als het met een voornaam door het leven moet die niet past bij de identiteit van het kind.
Het advies van de Raad voor de Kinderbescherming was daarom positief ten aanzien van de gevraagde naamswijziging.
De rechter deed in deze zaak vanwege het belang voor de minderjarige mondeling uitspraak. In de uitspraak bepaalde de rechter dat de voornaamswijziging met onmiddellijke ingang werd verleend en noemde de minderjarige bij haar nieuwe naam.
De rechter voegde daaraan toe: ‘Je mag zijn wie je bent.’ Een mooie uitspraak waar de minderjarige en haar ouders vanzelfsprekend heel blij mee zijn.