Vreemdelingenrecht advocaat Van Harmelen: "Ik heb ook nog een Mauro!"

Dinsdagavond 1 november 2011 keek ik naar het programma Pauw & Witteman. De discussie ging over Mauro. Pauw zei op een gegeven moment iets in de trant van dat voor Mauro best een uitzondering kon worden gemaakt en dat het kennelijk wel meevalt met jonge vreemdelingen die in een vergelijkbare situatie verkeren want ‘er heeft zich verder niemand gemeld’. Ik zal niet ontkennen dat niemand zich heeft gemeld, want dat weet ik niet, maar dat betekent uiteraard niet dat ze er niet zijn! Ik, als Vreemdelingenrecht advocaat heb namelijk ook nog een ‘Mauro’, en zelfs meer dan één.

Mijn ‘Mauro’ is een Somalische jongeman van inmiddels voor in de twintig. Toen hij 10 jaar was werd hij door zijn vader, die al in Nederland verbleef, naar Nederland gehaald. Eenmaal in Nederland aangekomen vertrok de vader spoedig naar Engeland. Echter, hij liet zijn zoon in Nederland achter. Dus wat doet zo’n jongen: die steelt eens een keer in een winkel, hij pikt een fiets, verkoopt deze en heeft zodoende wat geld om van te leven. Uiteraard werd hij gepakt en meerdere malen strafrechtelijk veroordeeld. Al snel kwam hij in een Jeugdinternaat terecht. De overheid maakte zich zorgen over deze jongen en hij kreeg een voogd toegewezen. Vadertje staat nam de opvoeding en verzorging op zich. Totdat….. de jongeman 18 jaar werd. De deuren van het internaat gingen open en hij kon vertrekken. Zonder dat onderdak, school, een uitkering of studiebeurs was geregeld. En last but not least; hij bezat evenmin een verblijfsvergunning. De situatie was weer net als toen hij 10 jaar was. Om in zijn levensonderhoud te voorzien ging hij weer fietsen stelen. Vervelend voor de eigenaars, maar op zich geen hele ernstige daden waar de samenleving van ontwricht raakt. En gezien de geschiedenis van deze jongeman zelfs begrijpelijk.

Immigratie- en Naturalisatiedienst

De strafbare feiten vormden voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst aanleiding om de jongeman ongewenst te verklaren. Dat betekent dat verblijf in Nederland zelfs strafbaar is. In het besluit van de IND werd gezegd dat hij best terug kon naar Somalië; het land waar hij sinds zijn 10e levensjaar niet meer was geweest, en sinds die tijd was hij ook alle contact met zijn familie verloren.

Gelukkig heeft de rechtbank onlangs geoordeeld dat de IND niet zomaar kan stellen dat de jongeman terug kan naar Somalië, want het is daar onveilig. Dat geeft hoop, maar of de IND bereid is de ongewenstverklaring in te trekken, blijft onzeker.

Ik ben mij er terdege van bewust dat de vergelijking met Mauro natuurlijk maar deels opgaat. Voor zover mijn informatie reikt, heeft Mauro geen strafbare feiten gepleegd. Een ander verschil is dat Mauro in een liefdevol pleeggezin is opgevangen, en mijn ‘Mauro’ niet. Hij is verzorgd door de Nederlands overheid. En zo zijn er natuurlijk nog wel meer verschillen.

Maar waar het mij om gaat is het volgende. Als je als overheid gedurende zo vele jaren toestaat dat een jonge vreemdeling in Nederland verblijft, of dat nu in een pleeggezin is of in een jeugdinternaat, kun je het niet maken om die jonge vreemdelingen op gegeven moment toch weg te sturen. Ze zijn dan al te lang in Nederland en daardoor vaak goed geïntegreerd. En helemaal in het geval van ‘mijn Mauro’ waar de Nederlandse overheid eerst de verantwoordelijkheid op zich neemt en de jongeman op zijn 18e levensjaar ineens voor de volle 100% laat vallen. Als ik dat als ouder met mijn kind zou doen, kan ik op veel kritiek rekenen! Dus, Nederlandse overheid: als je eenmaal je verantwoordelijkheid neemt, hou die verantwoordelijkheid dan ook en laat iemand niet ineens als een baksteen vallen, vooral als het gaat om een kwetsbaar persoon.

Over de Vreemdelingenwet en het Vreemdelingenbeleid

Waarom neemt de Nederlandse overheid die verantwoordelijkheid dan niet? Omdat de Vreemdelingenwet en het beleid nu eenmaal keihard is en die ruimte niet biedt. Op grond van die wet en dat beleid moeten dit soort jongens ‘gewoon’ weg, ook al zijn ze acht, tien jaar, of nog langer in Nederland.

Wat moet er gebeuren? Niet gaan discussiëren over één individueel geval! Maar over de Vreemdelingenwet en het Vreemdelingenbeleid in zijn algemeen en of wij wel willen dat het op deze manier bij wet geregeld is! Want dat zorgt er voor dat dit soort jongens uiteindelijk niet, of met veel gedoe of op oneigenlijke gronden (zoals het mogelijke studievisum voor Mauro), mogen blijven.

Maak een beleid dat jonge vreemdelingen na bijvoorbeeld drie jaar een verblijfsrecht geeft. Dan kunnen ze verder met hun leven.

Stel dat ‘mijn Mauro’ na drie jaar, dus op zijn dertiende, een verblijfsrecht had gekregen? Dan had hij, nadat de opvang in het jeugdinternaat was beëindigd, als legale vreemdeling een opleiding kunnen volgen, een studiebeurs aanvragen, of werk zoeken etcetera. Dan was hij niet in de uitzichtloze situatie geraakt waarin hij nu verkeert. Zo’n situatie wens je toch niemand toe?

Waarom ik voor ‘mijn Mauro’ de publiciteit niet heb gezocht, meneer Pauw? Omdat de minister dan gedwongen wordt de Vreemdelingenwet en het beleid te handhaven. En als hij dat doet, pakt het negatief uit voor de vreemdeling. Want als je eenmaal de publiciteit hebt gezocht en de minister maakt wél die uitzondering……nou dan zijn er ineens duizenden Mauro’s die zeggen: “Ja, maar dat geldt dan ook voor mij! Ik heb ook recht op een verblijfsvergunning”. En dan ontstaat er echt een probleem, uitgaande van de huidige wet en het beleid. Je kunt als advocaat dus beter proberen in alle stilte de minister te bewegen tot het gebruik maken van zijn bevoegdheid om in speciale gevallen ten voordele van de vreemdeling van de wet en het beleid af te wijken. De minister zal daartoe eerder geneigd zijn als dat ‘stil wordt gehouden’, omdat dan geen sprake is van precedentwerking.

De beste oplossing is echter: Tweede kamer, regel het nu eens goed voor deze jonge vreemdelingen!

Meer over Vreemdelingenrecht

Contactinformatie

Laan van Nieuw Oost-Indië 133N
2593 BM Den Haag

Postbus 95556
2509 CN Den Haag

Tel: 070 347 01 11

Kennismaken

High Trust
Dit kantoor werkt op basis van High Trust samen met de Raad voor Rechtsbijstand.