[…] “als je onschuldig bent en wordt veroordeeld voor moord, is dat een van de ergste dingen die je kan overkomen.”[1] Aldus Jan Watse Fokkens, voormalig Procureur Generaal bij de Hoge Raad, die tot 2016 onder andere onderzocht of afgesloten zaken moesten worden herzien omdat iemand onterecht is veroordeeld.

Gelukkig komen de gevallen waarin iemand onterecht voor ernstige feiten wordt veroordeeld weinig voor. Wat vaker voorkomt is dat iemand wordt verdacht van ernstige feiten, daarvoor vast komt te zitten en uiteindelijk wordt vrijgesproken. We hebben in Nederland de hoofdregel dat de voorlopige hechtenis nooit langer mag duren dan de te verwachten gevangenisstraf. De voorlopige hechtenis kan dus worden gezien als een voorschot op de op te leggen gevangenisstraf. Maar als iemand wordt vrijgesproken heeft hij dat voorschot op de  gevangenisstraf al wel uitgezeten. En ook al is het niet hetzelfde als een onterechte veroordeling, het gevolg – de onterechte vrijheidsontneming – is hetzelfde.

In zo’n geval kan de vrijgesproken verdachte op basis van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering vragen om een schadevergoeding ter compensatie van de onterecht gezeten dagen. In de regel worden er vergoedingen toegekend van € 80,- per dag in een huis van bewaring en € 105,- voor een dag in een politiecel. Als de voorlopige hechtenis enige tijd geduurd heeft gaat het al snel om enkele duizenden euro’s. Voor de één zal dat een prima compensatie zijn, terwijl voor de ander de schade van de strafzaak en de vrijheidsontneming niet in geld uit te drukken is.

Tussen wal en schip vallen

Maar er is een groep die tussen wal en schip valt. De voorwaarde om in aanmerking te komen voor een schadevergoeding is dat de zaak eindigt zonder oplegging van straf of maatregel of dat iemand niet wordt veroordeeld voor een feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Het komt echter met enige regelmaat voor dat mensen (fors) lagere straffen krijgen dan de tijd die ze in voorlopige hechtenis hebben doorgebracht. Deze mensen maken dan geen aanspraak op een vergoeding voor de tijd die ze hebben gezeten omdat hun zaak niet is geëindigd zonder oplegging van een straf of maatregel. Een voorbeeld: ik stond enige tijd geleden een cliënt bij die 6 maanden in voorlopige hechtenis heeft gezeten, onder andere op verdenking van het dealen van harddrugs. Daar werd hij door de rechtbank ook voor veroordeeld, maar hij bleef volharden in zijn onschuld terwijl hij andere – minder ernstige – feiten wel ruiterlijk toegaf. Uiteindelijk sprak het gerechtshof hem vrij van het dealen en gaf hem 2 maanden cel voor de feiten die hij bekende. Deze cliënt heeft dus 4 maanden onterecht vastgezeten, maar hij kan geen vergoeding krijgen voor die onterecht gezeten dagen. Als hij alleen voor het dealen was vervolgd en vrijgesproken, had hij aanspraak gemaakt op een vergoeding van € 9600,-.

Er is nog een groep die tussen wal en schip valt en dat zijn TBS-ers met een verlofstatus die verdacht worden van nieuwe strafbare feiten en uiteindelijk niet worden veroordeeld. Voor deze groep pakt de schadevergoedingsregeling misschien nóg wel onrechtvaardiger uit. TBS-ers verliezen bij een nieuwe verdenking eigenlijk altijd hun verlof. In het geval van een TBS-er met transmuraal verlof of een TBS-er in de laatste fase van onbegeleid verlof betekent dat, ze na het genieten van een zeer grote mate van vrijheid waarbij ze buiten de kliniek in een eigen woning wonen of overdag buiten de kliniek werken en een aantal nachten per week buiten de kliniek mogen overnachten, dat ze terug gaan naar een nul-situatie die vergelijkbaar is met voorlopige hechtenis. Na een vrijspraak maken ook zij geen aanspraak op een schadevergoeding omdat zij niet voor de nieuwe verdenking in hun vrijheid worden beperkt, maar in het kader van hun reeds lopende TBS-maatregel.

Ik pleit voor een aanpassing van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering waardoor voor alle vormen van onterechte vrijheidsontneming een aanspraak op schadevergoeding ontstaat. Immers, als het onterecht veroordeeld worden voor een ernstig feit één van de ergste dingen is die je kan overkomen, dan is onterecht vastzitten één van de belangrijkste redenen waarom het het ergste is wat je kan overkomen. In het verlengde daarvan vind ik dat het uitzitten van een voorlopige hechtenis die langer duurt dan de straf die een rechter oplegt of het ten onrechte verliezen van verlof dat daar in ieder geval een compensatie tegenover moet staan.

[1] De Volkskrant 14 oktober 2014.

Meer over Strafrecht

Stel uw vraag aan Nolet Advocaten

Ontvang vrijblijvend antwoord van hét gerenommeerde advocatenkantoor uit Den Haag.

Naam: *
 
Telefoon: *
 
E-mailadres: *
 
Uw vraag: *
 
 
 

Contactinformatie

Laan van Nieuw Oost-Indië 133N
2593 BM Den Haag

Postbus 95556
2509 CN Den Haag

Tel: 070 347 01 11

Kennismaken

High Trust
Dit kantoor werkt op basis van High Trust samen met de Raad voor Rechtsbijstand.