Geschreven voor het Strafrecht Blog van Sdu Uitgevers.
Hoewel Jan Publiek vaak lijkt te denken dat het leven in een TBS-kliniek geen straf is maar een pretje – grote kamer, flatscreen aan de muur, lekker vissen en fietsen tijdens je verloven – is de werkelijkheid helaas een stuk minder prettig. Behept met een nare persoonlijkheidsstoornis of een psychische onbalans begint de TBS-er na het uitzitten van een vaak lange gevangenisstraf aan zijn dwangverpleging in een kliniek. Soms vol goede moed, maar vaker angstig, onzeker en argwanend.
Nadat de kliniek eerst ruim de tijd heeft genomen je te leren kennen en te bedenken aan welke standaardmodules je mag meedoen volgt de daadwerkelijke behandeling. En hoewel we inmiddels meerdere Manifesten van Lunteren (bijeenkomst van TBS-kenners die onder anderen praten over het terugdringen van de behandelduur in TBS-klinieken) verder zijn is de behandelduur er doorgaans nog steeds één van vele jaren. Gedurende deze behandeling in de kliniek dien je de aanwijzingen van het personeel getrouw op te volgen en dien je volledig open en transparant te zijn. Dit heet het opbouwen van een behandelrelatie. Wil je verder komen dan dienen je behandelaars en de sociotherapeuten op de afdeling vertrouwen in je te hebben. Heb je dit vertrouwen eenmaal gewonnen – pas op, je bent het zo weer kwijt! – kom je hopelijk in aanmerking voor verloven. Dan krijg je te maken met het Ministerie van Veiligheid en Justitie en die nemen hun taak zeer serieus. Niet behandeling en resocialisatie staat dan op de voorgrond maar de veiligheid van de maatschappij. En daar kan flink in worden doorgeschoten. Om een lang verhaal niet te lang te maken: de TBS-er dient over een enorme dosis veerkracht en incasseringsvermogen te beschikken. Het is niet eenvoudig positief te blijven tijdens een jarenlange behandeling waarin je vaak aan de grillen en onvolkomenheden van het TBS-systeem bent overgeleverd.
Hoewel Jan Publiek vaak lijkt te denken dat het leven van een strafadvocaat zeker geen straf is maar een pretje – grote auto, vier flatscreens aan de muur, twaalf keer per jaar op vakantie en geld als water – is de werkelijkheid helaas een stuk minder goudomrand. De strafadvocatuur is een prachtig mooi vak maar gouden bergen bestaan niet en het is hard en vaak frustrerend werk. Je hebt er hele leuke cliënten tussen zitten, maar een grote groep bestaat uit uiterst onaangename, onaangepaste figuren die mij niet zelden het bloed onder de nagels vandaan halen. Het strafproces is voor mij echter heilig. Ieder het zijne is mijn lijfspreuk: recht wordt gedaan wanneer ieder datgene krijgt dat we eerlijk met elkaar hebben afgesproken. Niet meer en niet minder. Er wordt in de praktijk helaas lang niet altijd recht gedaan. En vaak is het individu degene die in de verdrukking komt en het slachtoffer wordt van een niet altijd even eerlijk systeem. Ik vecht graag voor deze individuen. Ook onaangepaste klootzaken hebben recht op een goede verdediging. Mijn hart gaat echter uit naar mijn TBS-ers. Mensen die natuurlijk vaak vreselijke dingen hebben gedaan. Maar tegelijkertijd ook mensen die gebroken zijn en volledig aan de grond zitten doordat er telkens met ze wordt afgerekend. Mijn TBS-ers hebben vaak niemand meer. Niemand die aan hun kant staat. Heel af en toe kan ik voor hun het verschil maken. En dat maakt mij gelukkig en geeft mij voldoening. Het kan natuurlijk ook zijn dat ik nogal narcistisch ben aangelegd en dat ik aldus op moet passen niet op de verkeerde manier met het strafrecht in aanraking te komen...
Mijn TBS-ers en ik zijn een beetje tot elkaar veroordeeld
Mijn TBS-ers en ik zijn een beetje tot elkaar veroordeeld. Alleen al vanwege de lange behandelduur van de gemiddelde behandeling bouw je immers een jarenlange vertrouwensrelatie op. Veel frustraties van mijn TBS-ers zijn ook een beetje mijn frustraties geworden. Ik weet dat ik daar een beetje voor op moet passen, maar tegelijkertijd geeft het me ook wel de energie dit vak uit te blijven oefenen. Recentelijk is mijn aandacht weer gevestigd op een flinke tekortkoming in het TBS-systeem waarover ik u, de lezer, graag wil informeren.
De reclassering is niet gebaat bij incidenten en koerst vooral op risico-management en damage control
Wanneer de TBS-er de behandeling eindelijk heeft doorlopen volgt aan het einde van de rit proefverlof of een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. De reclassering neemt dan het toezicht op de TBS-er over van de kliniek. Uit de Wet volgt dat de rechter de reclassering opdraagt de TBS-er hulp en steun te bieden bij het naleven van de voorwaarden. In de praktijk echter beperkt de kerntaak van de reclassering zich vaak tot het houden van toezicht waarbij er een kort lijntje is met de officier van justitie. Dit betekent voor de TBS-er vaak dat het hele circus van voren af aan begint. Kennismaken, vertrouwen opbouwen en vooral doen wat de reclassering zegt. De reclassering is niet gebaat bij incidenten en koerst vooral op risico-management en damage control. In de praktijk is zelden sprake van een hechte relatie tussen reclasseerder en TBS-er. De TBS-er is na jaren van regels en opdrachten klaar met meer repressie en de reclasseerders hebben niet de tijd en het budget echt te investeren in de TBS-er. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het in deze fase vaak fout gaat. Het betreft dan vaak kleine, voor het herhalingsgevaar irrelevante regelovertredingen, die echter niet zelden leiden tot een advies aan de officier van justitie de dwangverpleging weer te hervatten. Wanneer dit gebeurt volgt in de praktijk vaak een aanhouding en een voorgeleiding aan de rechter-commissaris. Op grond van artikel 509i Svkan de rechter-commissaris bevelen dat de dwangverpleging voorlopig wordt hervat. Een en ander in afwachting van een definitief oordeel van de rechter. Zo’n definitief oordeel kan pas na vele maanden volgen nu de TBS-er van een beslissing tot hervatting van de dwangverpleging in beroep kan bij de Penitentiaire Kamer van het hof in Arnhem.
Kunt u zich voorstellen hoe eenzaam, angstig en alleen die persoon zich dan moet voelen?
Wat gebeurt er in de tussentijd met de TBS-er? Die gaat naar een huis van bewaring. Het gevangeniswezen in. Het is eerlijk gezegd onbegrijpelijk dat dit gebeurt nu de rechter-commissaris kennelijk van oordeel is geweest dat er een noodzaak bestaat tot verpleging. Van verpleging is in een huis van bewaring uiteraard geen sprake. Wel is sprake van een verblijf achter de deur van 23 uren per dag. Geen behandeling van de stoornis, geen sociotherapeutische omgeving, maar wel de vrees bij de TBS-er dat een behandeling van 10 jaren in het putje is beland en je mogelijk opnieuw een behandeltraject in moet. Kunt u zich voorstellen hoe eenzaam, angstig en alleen die persoon zich dan moet voelen? Gelukkig is daar de reclassering die immers, zolang de hervatting van de dwangverpleging niet definitief is bevolen, nog steeds de opdracht van de rechter heeft hulp en steun te bieden. Mis, de reclassering doet vanaf een plaatsing in een huis van bewaring niets meer. Kleren brengen dan? Nope. Zorgen dat de huurwoning wordt ontruimd en de spullen opgeslagen? Nope. Af en toe een bezoekje om te vragen hoe het ermee staat? Nope. Ik kan u uit ervaring zeggen dat de enige die zich om die TBS-er bekommeren de advocaat is en een handjevol geestelijk verzorgers die onbetaald en volstrekt belangeloos in dit soort situaties proberen te helpen. Nergens in de Wet staat dat in het geval van bevel tot voorlopige hervatting de TBS-er in het niemandsland van het gevangeniswezen moet worden geplaatst. Nergens in de Wet staat dat de reclassering de handdoek op deze wijze in de ring mag gooien. En toch gebeurt het. Op het moment dat de TBS-er het diepst gezonken is, is er niemand meer.
Voor de TBS-ers in kwestie biedt plaatsing in een TBS-kliniek het voordeel van bekend terrein
Er is een eenvoudige oplossing. Plaats TBS-ers die in afwachting zijn van een definitief oordeel van de rechter in een TBS-kliniek. De klinieken hebben zoveel lege bedden dat die hier echt geen probleem van zullen maken. Sterker nog, zij zullen de TBS-ers van harte welkom heten. De verschillende behandelaars die ik hierover heb gesproken hebben dit allemaal bevestigd. Voor de TBS-ers in kwestie biedt plaatsing in een TBS-kliniek het voordeel van bekend terrein, van een sociotherapeutische omgeving en van een behandeling en bejegening die past bij hun persoon en problematiek. Dat de reclassering zich dan niet meer laat zien is dan ook minder van belang.
Ik hoop van harte dat sommige van mijn lezers, werkzaam in het juridisch veld, dit weblog lezen en het eens zijn met de voorgestelde oplossing. Het zou natuurlijk nog mooier zijn als zij ook in de positie zijn dit idee onder de aandacht te brengen van de juiste personen. Die zullen het wellicht in het geheel niet eens zijn met mijn overige observaties, maar hopelijk wel met de één na laatste alinea.